Binnen twee weken is het grote vakantie.
Op 30 juni vertrek ik
op kamp naar Maasmechelen.
Ik ga veel liedjes schrijven in mijn liedjesboek.
Ik ga veel naar de boten gaan kijken.
Ik ga naar de vuurwerk shows gaan kijken.
Ik ga school missen.
Ik kom met mijn oma naar de tearoom Amadeus.
Ik ga veel uitslapen.
Misschien ga ik naar
de bibliotheek voor een nieuwe cd.
Misschien ga ik op
reis met mijn familie.
Ik ga mama veel helpen in het huishouden.
Ik denk dat mijn papa moet gaan werken.
Misschien gaan we naar
onze familie in Gent.
Misschien gaan we gaan
eten bij de pastorie.
BART